Suriname profileert zich op VN-top als carbon-negatief land in transitie
Tijdens de VN-top in New York presenteert Suriname zich als één van de slechts drie landen ter wereld die officieel carbon-negatief zijn. Een dubbele strategische boodschap: groen leiderschap én groei via olie-&-gas.
PARAMARIBO – Suriname presenteert zich op de 80ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) als een carbon-negatief land dat zich in transitie bevindt. President Jennifer Simons leidt de delegatie die de internationale aandacht zoekt voor zowel natuurbehoud als de ontwikkeling van de olie- en gasindustrie.
Volgens VN-klimaat chef Simon Stiell bevinden we ons wereldwijd op een kritiek punt; hoewel veel landen achterblijven bij de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs, wordt er al meer dan USD 2 biljoen geïnvesteerd in hernieuwbare energie, elektrische mobiliteit en groene infrastructuur. Dat biedt kansen voor landen als Suriname, die grote bosgebieden hebben en mogelijkheden voor internationale klimaatfinanciering kunnen benutten.
Suriname claimt dat ongeveer 92% van het landoppervlak wordt bedekt door tropisch bos, dat per saldo meer CO₂ opneemt dan het land uitstoot. Die status als carbon-negatief land moet het land versterken in onderhandelingen voor klimaatfinanciering, groene partnerschappen en duurzame projectontwikkeling.
Tegelijkertijd erkent de regering dat de economische ontwikkeling ook via fossiele sectoren gaat. Suriname heeft plannen om de groeiende olie- en gasindustrie te koppelen aan investeringen in sectoren zoals landbouw, toerisme en onderwijs. De boodschap is duidelijk: duurzame ontwikkeling kan samengaan met economische groei, mits beleid en uitvoering dat mogelijk maken.
Met deze aanpak hoopt Suriname internationale erkenning én praktische steun te verwerven — subsidies, technische hulp en investeerders — om verder te bouwen aan een toekomstbestendige economie.
